| has gloss | fra: Spécialité de la ville belge dont elle porte le nom, la « couque de Dinant » est une sorte de biscuit extrêmement dur parfumé avec un mélange de cannelle, de clou de girofle, d'anis, de gingembre, et de parts de pur miel, moulé avec de moules en bois de poirier, de noyer et de hêtre selon des formes très variées : animaux, objets divers, personnages, motifs floraux etc. |
| has gloss | nld: De Dinantse koek (Frans→ couque de Dinant) is een specialiteit van de Waalse stad Dinant. De bereiding van de koek gaat terug tot de 15e eeuw toen tijdens het beleg van de stad door Karel de Stoute in 1466, de inwoners van Dinant een soort deeg bedachten, omdat zij zelf slecht geproviandeerd waren. Dit zware deeg drukten zij in de mallen van de koperslagers en zo verkregen zij allerlei ontwerpen. De koek wordt vervaardigd uit tarwebloem en pure honing volgens een recept dat van generatie op generatie wordt doorgegeven. Door de hardheid van de koek slagen veel mensen er niet in om hem te eten. Zelfs in de koffie blijft de Dinantse koek zeer hard. Ze wordt gebakken in bakvormen van perenhout, notenhout of beukenhout in fijne reliëfs. Zo wordt de Dinantse koek vaak als sierstuk aan de muur gehangen, in verschillende voorstellingen: dieren, personen, bloemmotieven, stadstafereeltjes enz. |
